Abdominale Radiologie

Lever:
Een RX abdomen enkel geeft doorgaans weinig informatie over het leverparenchym behoudens eventuele aanwezigheid van cholecystolithiase dan wel calcificaties dewelke verspreid voorkomen over het leverparenchym.
Voor een accurate beoordeling van het leverparenchym is een echografie als eerste onderzoek het meest geïndiceerd. Echografie van de lever kan worden uitgevoerd zonder toediening van intraveneuze contraststof. Ingeval van detectie van een focaal leverletsel alsook ingeval van screening van de lever voor eventueel onderliggende maligniteit is het gebruik van echografische contrastmiddelen zeker aangewezen. Deze laten toe om met een hogere sensitiviteit leverletsels te detecteren en zij laten eveneens een meer accurate karakterisering van focale leverletsels toe.
Gebruik van echo Doppler alsook gebruik van echografische contrastmiddelen laat bovendien toe om de vascularisatie van het leverparenchym duidelijk te beoordelen.
Bij blijvende twijfel kan een CT-scan van de lever eveneens nuttig zijn. CT-scan van de lever lijkt momenteel het meest aangewezen in het kader van follow-up onderzoeken voor maligniteit in het leverparenchym hoewel de plaats van CT-scan steeds meer wordt verdrongen door het gebruik van MRI van de lever.

MRI van de lever is op dit moment het meest sensitieve en meest specifieke onderzoek voor detectie en karakterisering van focale leverletsels.
Bovendien heeft MRI in vergelijking met CT-scan van de lever het belangrijke voordeel dat deze techniek geen gebruik maakt van schadelijke röntgenstralen maar wel van (niet-schadelijke) elektromagnetische golven. MRI van de lever is op dit moment en zeker bij een therapeutische oppuntstelling van maligniteit het meest geindiceerde onderzoek ter beoordeling van het leverparenchym. Ook bij tussentijdse evaluatie van therapeutische respons is een MRI van de lever zeker te overwegen (dit afhankelijk van het mogelijke therapeutische impact voor de patient).
In zeldzame gevallen van blijvende twijfel omtrent de karakterisering van een focaal leverletsel is het bovendien mogelijk om een echo-geleide punktie dan wel (in zeldzamere gevallen) een CT-geleide punktie van een focaal leverletsel uit te voeren. In die gevallen worden één of meerdere weefselfragmenten gepreleveerd voor verder histopathologisch onderzoek.
Galblaas en galwegen:
Een RX abdomen enkel geeft doorgaans weinig informatie over galblaas en galwegen behoudens de eventuele aanwezigheid van cholecystolithiase dan wel choledocholithiase. Dankzij de komst van nieuwe digitale detectoren (ALARA) dewelke gebruikmaken van een zeer lage röntgenstralendosis én de mogelijkheid van het nemen van multipele tomografische opnamen aan zeer lage dosis doorheen de abdominale regio, neemt het belang van de conventionele röntgentechnieken ter opsporing van radio-opake lithiase duidelijk toe. Deze techniek is zeer innovatief (lage-dosis RX).
Verder is een echografisch onderzoek een zeer goed geindiceerd onderzoek voor beoordeling van de wand en het lumen van de galblaas.
De beoordeling van de intra- en extrahepatische galwegen (en dan voornamelijk het meest distale deel van de hoofdgalweg) kan echografisch vaak sterk worden belemmerd door superponerende darmgassen. In die gevallen (en ondermeer bij vraag naar choledocholithiase) lijkt een CT-scan of eventueel een MRI met specifieke MRCP-opnamen meer geschikt.

Pancreas:
Een RX abdomen enkel geeft doorgaans weinig informatie over het pancreasparenchym behoudens eventuele aanwezigheid van calcificaties dewelke verspreid voorkomen over het pancreasparenchym.
Voor een accurate beoordeling van het pancreasparenchym is een echografie van het pancreas als eerste onderzoek vaak meest geïndiceerd. Toch kan de echografische beoordeling van voornamelijk pancreasstaart sterk worden bemoeilijkt door superponerende darmgassen.
Daarom is voor een accurate beoordeling van het pancreasparenchym (en voornamelijk bij vraag naar chronische pancreatitis of een eventueel onderliggend tumoraal proces) een CT-scan van het pancreas meer aangewezen.
In zeldzame gevallen van blijvende twijfel omtrent al dan niet
aanwezige pancreaspathologie kan een bijkomende MRI van het
pancreas soms aangewezen zijn.
Een Magnetische Resonantie CholangioPancreaticografie (MRCP) is één
van de onderzoeken die op een MRI-scan kan worden uitgevoerd. Deze
MRCP-opnamen laten toe om een duidelijke afbeelding te bekomen van
de galwegen alsook van de afvoergangen van de alvleesklier.
MRCP-opnamen worden oa uitgevoerd voor het opsporen van
galwegstenen en tumorale letsels uitgaande van de galwegen of
afvoergangen van de alvleesklier.
Milt:
Een RX abdomen enkel geeft doorgaans weinig informatie over het miltparenchym behoudens eventuele aanwezigheid van calcificaties dewelke verspreid kunnen voorkomen over het miltparenchym. Voor accurate beoordeling van het miltparenchym is een echografie als eerste onderzoek vaak het meest geïndiceerd. Bij blijvende twijfel kan eventueel een aanvullende CT-scan worden uitgevoerd. Een MRI van de milt is zelden geïndiceerd.
Bijnieren:
Voor een accurate beoordeling van de bijnieren is een CT-scan van de bijnieren (zonder toediening van contrastmiddel!!!) het best geindiceerde onderzoek.
Zelden kan een MRI van de bijnieren bijkomende informatie opleveren.
Nieren, blaas, ureters:
Een RX abdomen enkel geeft doorgaans weinig informatie over het nierparenchym, ureters en blaas behoudens de eventuele aanwezigheid van urolithiase.
Dankzij de komst van nieuwe digitale detectoren dewelke gebruikmaken van een zeer lage röntgenstralendosis (ALARA) én de mogelijkheid van het nemen van multipele tomografische opnamen aan zeer lage dosis doorheen de abdominale regio, neemt het belang van de conventionele röntgentechnieken ter opsporing van radio-opake lithiase duidelijk toe. Deze techniek is zeer innovatief (lage-dosis RX).
Voor een verdere accurate beoordeling van het nierparenchym en van de blaas is echografie van nieren en blaas een zeer accuraat onderzoek.
Een bijkomende CT-scan van nieren en blaas kan nuttig zijn voornamelijk voor wat betreft de verdere oppuntstelling van tumorale pathologie (en soms ook voor de detectie van een beperkte hoeveelheid urolithiase) op niveau van de nieren, ureters en blaas.
Voor een gerichte beoordeling van het excretiesysteem kan een aanvullende RX IVP/IVU (IntraVeneuze Pyelografie/IntraVeneuze Urografie) dan wel een CT IVP/IVU nuttig zijn dit met het oog op het opsporen van onderliggende pathologie op niveau van de ureterale wand (transitioneel cel carcinoom).
In zeldzame gevallen van blijvende twijfel omtrent al dan niet aanwezige pathologie op niveau van het nierparenchym, ureters en blaas kan een bijkomende MRI soms aangewezen zijn.
Prostaat:
Voor een accurate beoordeling van de prostaat is een transrectale echografie van de prostaat het best geindiceerde onderzoek.
Bij blijvende twijfel kan een MRI van de prostaat bijkomende informatie opleveren.
Scrotum:
Veruit de best geindiceerde techniek voor beoordeling van het scrotum betreft de echografie van het scrotum.
Vaginale en uteriene regio:
Voor een accurate beoordeling van de vaginale en uteriene regio is een transabdominale echografie als eerste onderzoek vaak het meest geïndiceerd. Ook transvaginale echografie kan hierbij nuttig zijn.
Bij staging van tumorale pathologie kan een MRI van het kleine bekken belangrijke bijkomende informatie opleveren.

Gastro-intestinale structuren:
Een overzicht van de abdominale regio kan worden bekomen met behulp van een RX abdomen enkel opname ter beoordeling van het kaliber van de intestinale structuren ((sub-)obstructie) alsook voor het opsporen van radio-opake corpora aliena. Conventionele röntgentechnieken van de diafragmastreken is nuttig voor het opsporen van intra-abdominale vrije lucht.
Echografische beoordeling van de gastro-intestinale structuren is eveneens mogelijk. Zo dient echografie van het abdomen beschouwd te worden als meest geïndiceerd onderzoek voor het aantonen of uitsluiten van een acute appendicitis. Verder zijn ook de overige gastro-intestinale structuren beoordeelbaar op pathologische darmwandverdikking ondermeer in het kader van acute diverticulitis, ileitis,…. In deze gevallen (en zeker in geval van acute buik met duidelijke tekenen van verwikkeling) is verdere oppuntstelling met een CT-scan van het abdomen vaak geïndiceerd.
CT-scan van het abdomen laat in vergelijking met een echografische beoordeling van de gastro-intestinale structuren vaak een uitgebreidere beoordeling van gastro-intestinale structuren mogelijk en is meestal de meest accurate techniek wanneer het pathologie betreft met aanwezigheid van de verwikkelingen. De verdere oppuntstelling van deze verwikkelingen gebeurt best met CT-scan van het abdomen.
Een CT-scan van het abdomen geeft vaak de mogelijkheid voor het aantonen van de oorzaken van gastro-intestinale pathologie zoals onder meer aanwezigheid van briden, tumorale darmpathologie of darmpathologie van andere aard.
Zowel de dundarm als dikke darm kan beoordeeld worden met behulp van CT-scan.
Voor een gericht onderzoek van de dundarm is het ook mogelijk om een CT-enteroclysis uit te voeren. Een CT-enteroclysis wordt uitgevoerd onder volumebelasting van de dundarm via injectie van water dan wel van verdunde contraststof via een sonde waarvan de tip gebracht werd voorbij de hoek van Treitz. Volumebelasting van de dundarm laat toe om meer discrete en relatief stenoserende letsels van de dundarm in het licht te stellen en geeft doorgaans ook een hogere sensitiviteit en specificiteit voor de beoordeling van de gedetecteerde letsels op niveau van de dundarm in vergelijking met een klassiek uitgevoerde CT-scan van het abdomen.

Voor een gericht onderzoek van de dikke darm is het momenteel
ook mogelijk om een virtuele CT-colonoscopie uit te voeren. Een
virtuele CT-colonoscopie wordt uitgevoerd door insufflatie van de
dikke darm met CO2. Vooraf is evenwel een voorbereidingsdieet nodig
ter reiniging van de dikke darm. De insufflatie van de dikke darm
laat een meer accurate beoordeling toe van de dikke darmwand en
geeft een duidelijk hogere sensitiviteit en specificiteit voor de
beoordeling van letsels op niveau van de dikke darmwand in
vergelijking met een klassiek uitgevoerde CT-scan van het abdomen.
Herniatie's:
De meest geindiceerde techniek voor opsporen van abdominale hernia's betreft de echografie.
In zeldzame gevallen bij onverklaarde pijn dewelke suggestief is voor herniatie van een abdominale structuur dan wel zeer beperkte herniatie van een beperkte hoeveelheid vetweefsel of een beperkt deel van het peritoneale vlies, is een bijkomende RX peritoneografie een goed geindiceerd onderzoek.