Onderzoek mogelijkheden
Hieronder vindt u een overzicht van de meest voorkomende onderzoeken met bijkomende informatie wat het onderzoek precies inhoudt en wat u kunt verwachten.
Man
Onderzoeksoverzicht voor Armen
- CT Artrografie
- CT Biopsie
- CT Bloedvaten
- CT Ledematen
- Echo Arteriëel (Arteriële duplex)
- Echo Biopsie
- Echo Duplex Doppler
- Ech Kleuren Doppler
- Echo Ledematen
- Echo Veneus (Veneuse Duplex)
- MRI Angiografie
- MRI Artrografie
- MRI Ledematen
- RX Ledematen
-
RX Arteriografie (Angiografie)
Wat is het?
Het onderzoek van de bloedvaten na het inbrengen van contraststof rechtstreeks in de bloedvaten via een katheter. Dit onderzoek wordt uitgevoerd voor het opsporen van vernauwingen, opstoppingen of uitzettingen van de slagaders.
Wat moet ik doen?
Een katheter wordt via een slagader in de lies ingebracht en opgeschoven naar de plaats die men wil onderzoeken (bijvoorbeeld tot in de hals voor het onderzoek van de halsvaten, tot in de hersenen voor het onderzoek van de hersenvaten, tot in de buik voor het onderzoek van de buikslagaders). Via de katheter wordt er een Iodium houdende contraststof geïnjecteerd. U voelt tijdens de contrastinjectie een kort warmtegevoel vooral in de keel en buik. Er worden Röntgenfoto’s gemaakt in verschillende richtingen. Dit gebeurt door de Röntgenbuis rond de patiënt te laten draaien met een C-boog. Een selectieve arteriografie betekent dat men zeer specifiek met de katheter tot in een welbepaald bloedvat gaat en dat bloedvat gericht onderzoekt. Het onderzoek duurt meestal 45 minuten (tenzij in combinatie met een embolisatie, dilatatie of thrombolyse die meerdere uren kunnen duren). Soms wordt een arteriografie gevolgd door een embolisatie zodat een verbreding op het bloedvat kan dichtgemaakt worden. Soms wordt de arteriografie gevolgd door een dilatatie. Met een dilatatie kan een vernauwd bloedvat weer opengemaakt en/of verbreed worden. Dit kan dmv ballonnetjes die tijdens de procedure in het vernauwde bloedvat opgeblazen worden om zo de vernauwing weg te werken of dit kan door het permanent plaatsen van een vaatstent. Soms wordt de arteriografie gevolgd door een thrombolyse. Een klonter in een bloedvat kan zo door het lokaal inbrengen van een ontstollingsmiddel terug opengemaakt worden. Bij een embolisatie of een dilatatie kan het onderzoek uitgevoerd worden onder anesthesie.
Is er een voorbereiding?
U dient minstens 4 uur nuchter te zijn. De bloedstollingsparameters moeten bekend zijn; deze worden bepaald via een bloedonderzoek dat door de verwijzende arts op voorhand moet aangevraagd zijn. U mag geen bloedverdunners nemen.
Zijn er nevenwerkingen?
Allergische reacties op contraststof komen zelden voor. Er wordt gebruikt gemaakt van Röntgenstraling. Bloedingen of klontervorming op de punctieplaats (lies) kunnen voorkomen.
Nazorg?
De verpleegkundige drukt een tiental minuten de punctieplaats met de hand dicht. Nadien wordt er een drukverband aangebracht. Op die manier ontstaat er een stolsel op het prikgaatje waardoor het bloedvat niet meer nabloed. Nadien houdt men 4 uur bedrust. Daarbij dient het aangeprikte lidmaat zo immobiel mogelijk gehouden te worden. De verpleegkundige zal regelmatig de bloeddruk, de pols en de punctieplaats (op eventueel nabloeden) controleren. Om de contraststof zo snel mogelijk te verwijderen is het zinvol om veel te drinken na het onderzoek.
Waar wordt het onderzoek uitgevoerd?
Het onderzoek is enkel mogelijk op de Campus Sint-Jan.
- RX Arthrografie
- RX Phlebografie
- RX Sleutelbeen en /of Borstbeen